In een vorig artikel omschreef Eva Korver de omstandigheden waaronder je als slachtoffer recht kunt hebben op schadevergoeding als gevolg...

Als slachtoffer of nabestaande klagen wegens geen vervolging van een (vermeend) strafbaar feit

In een vorig artikel omschreef Eva Korver de omstandigheden waaronder je als slachtoffer recht kunt hebben op schadevergoeding als gevolg van een door verdachte gepleegd (en bewezenverklaard) strafbaar feit. Naast dit recht bestaat ook het recht om als slachtoffer of nabestaande te ‘klagen’ wanneer je vindt dat de officier van justitie onterecht van oordeel is dat er onvoldoende wettelijk en overtuigend bewijs aanwezig is om de verdachte te vervolgen. In dit artikel vertellen wij jou meer.

Klagen wegens niet-vervolging strafbaar feit[1]

Het Openbaar Ministerie bepaalt voor welke strafbare feiten de verdachte wordt vervolgd. De officier van justitie beoordeelt onder meer of het betreffende strafbare feit bewezen kan worden, nog voordat de zaak aan de strafrechter wordt voorgelegd. Komt de officier van justitie tot de conclusie dat er onvoldoende wettelijk en overtuigend bewijs is om de verdachte te vervolgen, dan zal hij besluiten om niet over te gaan tot vervolging van de verdachte. Als belanghebbende (slachtoffer of nabestaande) kan je daartegen bij het Gerechtshof schriftelijk beklag indienen.

Beklag bij het Gerechtshof

Jouw beklag aan het Gerechtshof (in het werkgebied[2] waar de beslissing tot niet verdere vervolging is genomen) kenbaar maken doe je door bij haar per brief een klaagschrift in te dienen. Je kunt ook door een naaste (let op, daarvoor is een volmacht vereist) of een advocaat een klaagschrift laten opstellen en namens jou laten indienen.

Dit klaagschrift moet voldoen aan een aantal vereisten. Verder is van belang dat je met bewijs onderbouwt waarom volgens jou de officier van justitie de beklaagde (diegene waarvan jij wil dat hij/zij wordt vervolgd) juist wel had moeten vervolgen. Zodra het Gerechtshof kennis heeft genomen van jouw klaagschrift, kan zij jou oproepen om op een (niet-openbare) zitting jouw standpunten toe te lichten. Het openbaar Ministerie adviseert het Gerechtshof over de gegrondheid van de klacht. Indien het Openbaar Ministerie adviseert de klacht gegrond te verklaren dan krijgt de beklaagde de mogelijkheid om een zienswijze op het klaagschrift te geven.

Nadat alle partijen zijn gehoord, zal het Gerechtshof beoordelen of de officier van justitie terecht heeft geoordeeld dat op basis van het bewijs (inclusief het nieuwe bewijs dat de belanghebbende bij het klaagschrift heeft aangevoerd) vervolging van de beklaagde niet mogelijk is. Indien het Gerechtshof oordeelt dat de officier van justitie onterecht heeft besloten om de beklaagde niet te vervolgen, dan zal deze zaak worden terugverwezen naar het Openbaar Ministerie zodat deze opnieuw wordt behandeld. Als het Gerechtshof oordeelt dat de officier van justitie een juiste beslissing heeft genomen, dan is daarmee de zaak afgedaan. Tegen deze beslissing is geen hoger beroep of cassatie mogelijk.

Vragen?

Heb jijzelf of als nabestaande vragen over of hulp nodig bij een beklagprocedure bij het Gerechtshof? Neem dan contact op met Eva Korver.

[1] Voor meer informatie over de (andere) rechten van slachtoffers en nabestaanden in strafzaken zie het artikel dat Eva Korver daarover schreef.

[2] Voor relevant Gerechtshof zie: https://www.rechtspraak.nl/Organisatie-en-contact/Organisatie/Gerechtshoven.

Stel gerust je vraag aan ons

Heb je vragen over onze mogelijkheden of wil je graag vrijblijvend kennismaken? Neem dan telefonisch of per e-mail contact met ons op.

"*" geeft vereiste velden aan