Een omgevingsvergunning intrekken kan alleen daar goede redenen voor zijn.

Er zijn verschillende redenen op grond waarvan een omgevingsvergunning kan worden ingetrokken. Een reden kan zijn wanneer langere tijd geen gebruik van een omgevingsvergunning wordt gemaakt. De overheid kan dit niet zomaar doen! Een college van burgemeester en wethouders van een gemeente moet hier goede redenen voor hebben. Dat blijkt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State van 8 oktober 2025.

Wat speelde er?

Een milieuvereniging had de gemeente Land van Cuijk gevraagd om een deel van de milieuvergunning van een vleeskuikenbedrijf in te trekken. Volgens de vereniging werden er minder dieren gehouden dan vergund en was één van de stallen nog niet gebouwd.

De gemeente ging daarin mee en trok in 2021 de vergunning voor de nog niet gebruikte stal gedeeltelijk in, met verwijzing naar haar beleidsregels voor het intrekken omgevingsvergunningen.

De (nieuwe) eigenaar én de koper van het bedrijf maakten eerst bezwaar en stelde later beroep in. Zij voerden aan dat de stal al in aanbouw was en dat de vergunning nodig was voor de voortzetting van het bedrijf. Bovendien stond het bedrijf op het punt te worden overgedragen, volgens hen een extra reden om zorgvuldig met de belangen om te gaan.

Wat vond de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State?

De Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (de hoogste rechter) gaf de eigenaar gelijk. Volgens de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State had het college onvoldoende rekening gehouden met de concrete belangen van de vergunninghouder én de koper van het bedrijf.  Zo was ten tijde van het intrekkingsbesluit al een substantiële aanvang gemaakt met de bouw van de betreffende stal.

Daarnaast oordeelde de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State dat het belangrijk is dat het college van burgemeester en wethouders van deze gemeente de belangen van beide partijen zorgvuldig afweegt en moet motiveren waarom intrekking desondanks redelijk zou zijn. Omdat die belangenafweging ontbrak, vernietigde de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State het besluit.

Inmiddels is de stal volledig gebouwd en in werking. De Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State oordeelde dat de gemeente bij het herstelbesluit terecht afzag van intrekking, omdat geen sprake meer was van ongebruikte rechten. Het liep dus uiteindelijk goed af.

Waarom is dit belangrijk?

De uitspraak geeft enkele belangrijke lessen voor de praktijk. De uitspraak laat zien dat de bestuursrechter kritisch is op een zorgvuldige belangenafweging en goede motivering van een besluit tot intrekking van een vergunning. De intrekking is geen verplichting, maar een bevoegdheid. Gemeenten moeten álle relevante belangen in kaart brengen, zo ook van diegene die last krijgt van de intrekking.

Zodra met de bouw of uitvoering is begonnen, is het moeilijk om nog te stellen dat een vergunning ‘ongebruikt’ is. Dat biedt bescherming voor ondernemers die aantoonbaar bezig zijn hun rechten te benutten.

Wat kun jij hiermee?

Sta je als ondernemer voor een dreigende intrekking van een vergunning. Laat dan tijdig juridisch advies inwinnen. Wij kijken graag met je mee en proberen jouw kant van het verhaal zo goed mogelijk juridisch te vertalen. Een goed onderbouwd standpunt kan het verschil maken tussen behoud of verlies van je vergunning.

Stel gerust je vraag aan ons

Heb je vragen over onze mogelijkheden of wil je graag vrijblijvend kennismaken? Neem dan telefonisch of per e-mail contact met ons op.

"*" geeft vereiste velden aan

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.